Artikel
Albert of Albrecht van Schagen is de oudste zoon en mogelijk het oudste kind van Willem van Beijeren, de bastaard van Holland, de eerste heer van Schagen, en Johanna van Hodenpijl.
Hij is vermoedelijk geboren in 1431 of, als hij niet het oudste kind was, in 1433. Hij is geboren in Den Haag en overleden in augustus 1480 in kasteel Medemblik.
Hij zal zijn opvoeding hebben genoten in Den Haag. Hij zal hebben leren lezen en schrijven, paardrijden, getraind zijn in vechten met zwaard en lans en verder zal hij om zich heen gekeken hebben en hebben gezien wat zijn vader deed en met wie deze contact had.
Tijdens die opvoeding zal hij nauwe contacten hebben gekend met zijn broers Jan en Willem en zijn zussen Johanna en Barbara. Er zal een moment zijn geweest waarop hij kennis maakte met zijn latere heer Philips de Goede en Karel de Stoute. In 1467 werd hij tot ridder geslagen door Karel de Stoute tijdens de gevechten bij Luik.
In 1464 trouwde hij met Adriana van Nijenrode en leefde een poos in hun ksateel aan de Vecht vlakbij Utrecht. Het is waarschijnlijk dat de twee kinderen van Adriana en hem daar geboren zijn, een jongetje en een meisje. De jongen werd niet oud, het meisje hebben we leren kennen als Josina, Vrouwe van Schagen.
Albert lag niet goed bij zijn broers en zussen, had waarschijnlijk een stroeve omgang met zijn vader en zeker met degenen die hem zouden moeten erkennen als hun heer, de vroedschap van Schagen.
Vader Willem had in 1444 bij Philips de Goede gedaan gekregen dat hij zijn kinderen jaarlijks een rente van 100 nobelen mocht uitkeren, zodat zij een adellijke staat konden voeren. De bedoeling was dat Albert zodra hij zijn vader was opgevolgd die uitkering op zich nam. Dat vertikte hij. Hij dwong zijn vader zelf die uitkering te blijven betalen aan zijn broers en zussen en die deed dat tegen zijn zin tot zijn dood. Daarna moest Albert die rente betalen, maar ook toen was hij er niet toe te bewegen, rechtzaak of geen rechtzaak. Uiteindelkijk liep dat zo hoog, dat de Stadhouder Generaal van het Hof van Holland, samen met een aantal edelen en inwoners van andere plaatsen, naar Schagent rok en hem belegerde in het slot Schagen. Albert ziende wat er aan de hand was en wie er voor de poort stonden, gaf zich zonder slag of stoot over. Hij werd gevankelijk naar Den Haag vervoerd, veroordeeld en opgesloten in het kasteel Medemblik. Daar overleed hij twee of drie jaar later, hoewel hij na enige maanden in gevangenschap wel in eer en aanzienw erd hersteld door het Hof van Holland, op voorspraak van Maximiliaan en Margaretha. Geen makkelijke man, geen makkelijk leven.
Karel Numan
Lees het uitgebreide artikel onder Bronnen