Artikel
Aan de Korte Snevert heeft een café gestaan dat in de volksmond 't Hutje aan de Zee werd genoemd. Maar ook aan de Nes waren in de 19e eeuw café's gevestigd. Waar stonden ze precies? Sinds wanneer? Wat is er van ze geworden? Wie waren de herbergiers?
De zoektocht begint met Jan Meijertsz Grootes, geboren te Schagen 11 mei 1787, overleden 27 mei 1855 aan de Nes 280, beroepen: 'landman, vrachtrijder, kastelein, kroeghouder, doende boerenbedrijf'. Volgens het Bevolkingsregister 1850-1860 was hij op 1 januari 1850 kroeghouder. Zijn overlijdensakte geeft als beroep tapper. Zijn weduwe, Maartje Ellen, hield het café open. Zij was volgens de Bevolkingsregisters 1860-1870 en 1870-1880 tapster aan de Nes E 19, resp. Nes H 27. Zelfde pand, maar omgenummerd. In de Schager Courant adverteerde zij tussen 1864 en 1874, telkens in de maand september, met 'muziek en dans ten huize van de wed. J. Grootes, kasteleines aan de Nes', ter gelegenheid van harddraverij met boerenpaarden en ringsteken.
Wanneer is het echtpaar Grootes deze kroeg begonnen? Een aanwijzing is te vinden in de geboorte- en huwelijksakten van hun dertien kinderen, waarin het beroep van de ouders wordt vermeld:
1813 Geboorteakte Neeltje, vader Jan is landman
1815 Geboorteakte Jan, vader Jan is landman
1818 Geboorteakte Arien, vader Jan is landman
1822 Geboorteakte Trijntje, vader Jan is landman
1823 Geboorteakte Trijntje, vader Jan is landman
1825 Geboorteakte Arien, vader Jan is daglooner
1826 Geboorteakte Arien, vader Jan is daglooner
1827 Geboorteakte Arien, vader Jan is daglooner
1828 Geboorteakte Jan, vader Jan is landman
1830 Geboorteakte Pieter, vader Jan is daglooner
1831 Geboorteakte Simon, vader Jan is venter
1832 Geboorteakte Elisabeth, vader Jan is vragtrijder
1837 Geboorteakte Meijert, vader Jan is vragtrijder
1841 Huwelijksakte Neeltje, vader Jan is vragtrijder
1842 Huwelijksakte Jan, vader Jan is arbeider
1853 Huwelijksakte Arien, vader Jan is kastelein!
Vader Jan was dus in 1853 kastelein. In het Bevolkingsregister zagen we dat hij anno 1850 al kroeghouder was. In 1842 staat hij nog te boek als arbeider; ook eerder wordt niet naar een dranklokaal verwezen. Het lijkt erop dat het café van Jan Grootes is gevestigd tussen 1842 en 1850. De adressen die we vinden zijn
- Nes 295 (huwelijjksakte Jan Meijertsz Grootes en Maartje Ellen, 17 december 1820),
- Nes 280(bevolkingsregister1850-1860),
- Nes E 19 (wijkregister 1872),
- Nes H 24 (wijkregister 1879) en
- Nes H 27 (overlijdensakte Maartje Ellen, 23 januari 1880).
Ook hier betreft het omnummeringen van telkens hetzelfde pand. Het stond op het huidige adres Nes 22, pal naast het complex van de Volkstuindersvereniging Schagen dat daar sinds 1971 gevestigd is. Honderd jaar eerder kreeg de weduwe Grootes er de schrik van haar leven. Volgensde Schager Courant brandde op 6 december 1875 'den boerenwoning van de weduwe Grootes tot den grond af'. Al het vee en de hele inboedel konden worden gered. Ze was toen 74 jaar. Ze bleef volgens het wijkregister 1872 wonen op hetzelfde adres. Er zal dus herbouwd zijn, maar gelet op haar leeftijd en het ontbreken van krantenadvertenties na 1874, lijkt de brand het eind van het café te hebben betekend.
Samenvattend is Jan Grootes tussen 1842 en 1850 een kroeg aan huis begonnen en heeft zijn weduwe die gesloten in 1874 of, door de brand, 1875. Daarnaast oefenden zij een veehouderij uit en kluste Jan tot zijn dood in 1855 bij in diverse beroepen. Een kroegnaam heb ik niet kunnen vinden.
Simon Gerard van der Haagen
Op 26 mei 1862 duikt in Schagen op de in Alkmaar geboren Simon Gerard van der Haagen. Hij komt inwonen en werken bij veehouder Willem Vader in de Hoep. Van der Haagen laat als beroep noteren boer. Dat klinkt nogal parmantig voor een joch van 18. Al na zeven maanden vindt Simon een nieuwe baas in Pieter van der Oord aan de Burghornerweg, ook een veehouder. Is hij lastig? Ongedurig misschien? Hij werkt er een half jaar en gaat vervolgens, nog altijd als boer, aan de slag bij Arie Schenk op de Nes. Vindt hij daar wat hij zoekt? Ja en nee. Ja, want hij maakt kennis met dochter des huizes Sijtje, met wie hij later zal trouwen. Nee, want ook bij Arie Schenk blijft hij niet langer dan zes maanden. Meindert Kant, eveneens aan de Nes, is de vierde veehouder in twee jaar tijd bij wie Simon van der Haagen de koeien komt melken. Dan huwt hij op 30 april 1865 Sijtje Schenk en vestigt zich met haar op Nes E 1 als… tapper! Het pand is eigendom van Meijert Grootes, een zoon van de eerder genoemde Jan Grootes en Maartje Ellen. Meijert heeft dus in navolging van zijn ouders een café gebouwd, dat hij verhuurt aan Simon van der Haagen tot deze het in 1871 van hem zal kopen. Het staat aan het zuideinde van de Nes, aan de driesprong met de Lange en de Korte Snevert. Simon en Sijtje krijgen in 1866 een zoon, Thomas, en kunnen zich een dienstbode veroorloven. Van 1866 tot 1871 adverteert Van der Haagen in de Schager Courant als kastelein van herberg De Nieuwe Aanleg. Muziek en dans, met buitenattracties als 'katgooijen, zakloopen en den Haan den kop afhakken'. De zaak heeft een biljart.
Van hand tot hand
Negen jaar lang houdt Van der Haagen de Nieuwe Aanleg in de vaart.
In 1873 doet hij de boel ('met inventaris, alles bijna nieuw') over aan Cornelis Krans. Ook die gaat aan de slag als tapper, maar hij geeft er al gauw de brui aan. Op 30 maart 1874 neemt Aaltje de Vries, weduwe van Jan Volder, de tap over. Drie jaar later volgt Arie Slikker, in mei 1878 afgelost door Dirk Johannes, die op zijn beurt na een jaar plaats maakt voor Cornelis Witlok. We vinden een tapvergunning op zijn naam en hij adverteert. Zo gaat het café aan de Nes van de ene hand in de andere. Tussen 1883 en 1897 worden voor het adres H 1 aan de Nes tapvergunningen afgegeven aan Pieter Raap, Pieter van Stipriaan, Arie Kant, Nicolaas Ludeke, en Pieter Boon.
Het Schager Wapen
Twee tapperijen gevonden, maar 't Hutje aan de Zee is er niet bij. Men kan zich een derde café aan die afgelegen Nes niet indenken, maar het heeft er gestaan. Op 25 juni 1873 vestigde zich op Korte Snevert H 30 de eerder genoemde Meijert Grootes. Meijert was slagter. Maar dat veranderde. Het Bevolkingsregister 1880-1890 vermeldt als zijn beroep kastelein. Conclusie: tussen 1873 en 1880 heeft Meijert zijn tweede café gebouwd, nu om het zelf te exploiteren. Hij noemde het Het Schager Wapen. Het stond schuin tegenover De Nieuwe Aanleg, met de Nesbrug ertussen. Nu was de driesprong Nes - Korte Snevert - Lange Snevert een strategische plek, de enige toegangspoort naar Schagen vanuit Barsingerhorn, Winkel, Lutjewinkel, 't Veld en de Niedorpen, zowel over de weg als over het water. Dan nog lijkt het vestigen van een tweede herberg op de driesprong een waagstuk. Lang hield Meijert het er in elk geval niet vol. In 1881 verkocht hij zijn café aan Simon Molenaar. Met hem begon een onafzienbare reeks opeenvolgende kasteleins in Het Schager Wapen.
Brand
Op 29 augustus 1897 werd kastelein Pieter Boon in De Nieuwe Aanleg op 29 augustus 1897 bezocht door de rode haan: 'In den nacht van zondag op maandag werden de bewoners onzer gemeente door het brandsignaal uit den slaap opgeschrikt. De herberg van P. Boon aan de Nes stond in brand. Al spoedig was een tweetal spuiten aanwezig, maar nochtans vatte het naastaangelegen perceel van Ch. den Hartog eveneens vlam en beide perceelen brandden tot den grond toe af. Alles was verzekerd. De oorzaak is onbekend.'
Brand lijkt ook de nekslag te zijngeweest voor het tweede café aan de Nes. Het pand werd herbouwd, maar niet met een horecabestemming. Na Pieter Boon volgde door de jaren heen op Nes H 1 een stoet van opvolgende bewoners, maar geen van hen was kastelein. Nu de concurrent aan de overkant was verbrand had Het Schager Wapen op de driesprong het rijk alleen. Een vetpot is het echter nooit geworden. Was De Nieuwe Aanleg gemiddeld eens per drie jaar gewisseld van eigenaar, in Het Schager Wapen hielden velen het nog geen jaar uit. Soms lijkt het gesloten, dan weer wordt het heropend. De lijst van herbergiers is te lang om op te noemen. Daarom pikken we er enkelen uit.
Foto
In 1919 verkocht Willem Droog Het Schager Wapen aan Jan Brommer, die kort nadien overleed. Van Brommer's weduwe, Martje Delver, en haar café hebben we een foto.
Deze is eerder gepubliceerd in het boekje 'Kent u ze nog, de Schagenaars' met het volgende onderschrift:
'Dit is café 'Het Schager Wapen', vanouds bekend als ’t Hutje aan de Zee op de Lange Snevert, bij de Nesbrug. Rechts voor de huiskamerramen zien we Jan Brommer en zijn vrouw; tussen hen in staat Cor Brommer, een nakomertje. Het cafeetje en het kleine winkeltje leverde geen bestaan op. Vader Brommer reed in de jaren rond 1920 met de petroleumwagen van de firma Holsmuller uit Alkmaar. Met deze paard en wagen werden de winkeliers in de omliggende dorpen bevoorraad. In het midden (in overhemd) zit Cor Brommer, de koude bakker van Sint-Maarten. Links dochter Martha Blaauboer-Brommer met haar zoontje Jan.'
Degene die in de oudere man rechts Jan Brommer heeft herkend, zal dat naar eer en geweten hebben gedaan. Maar curieus genoeg staat op het naambord boven de cafédeur ‘wed. J. Brommer’. Haar man kocht het café in september 1919. Drie maanden later, op 17 december 1919, overleed hij. Het naambord bewijst dat de foto genomen moet zijn na de dood van Jan Brommer. Nakomertje Cor was 7 jaar toen zijn vader overleed. De jongen rechts op de foto is beslist ouder dan 7 jaar. Nu de man rechts niet Jan Brommer kan zijn, wie is hij dan wel? Martje Delver hertrouwde op 2 juni 1921 met Pieter van der Meer. Van der Meer was toen 56, Martje 51. Hij trok in bij zijn vrouw in Het Schager Wapen. Tien tegen een dat de man op de foto niet Jan Brommer, maar Pieter van der Meer is.
Wat de verdere tijdsbepaling betreft: de schaduwen zijn kort, de zon staat hoog. Het is zomer. Kijken we dan even naar de kinderen op de foto. Martha Brommer was getrouwd met Gerrit Blaauwboer. Hun zoontje Jan Dirk werd geboren op 10 november 1915. Als de man ter rechterzijde Jan Brommer zou zijn, dan kan de foto uiterlijk dateren van eind 1919. Toen was Jan Dirk 4 jaar en nakomertje Cor 7. Dat correspondeert niet met hoe oud de jongens er op de foto uitzien. Naar schatting is de foto genomen in de zomer van 1921. Jan Dirk was toen vijf, Cor negen jaar.
Reputatie
Het Schager Wapen, hier 'herbergje aan de Nes' genoemd in de gemeenteraadsvergadering van 15 augustus 1906, had geen vlekkeloze reputatie.
't Hutje aan de Zee
In het onderschrift bij de foto duikt dan eindelijk de bijnaam 't Hutje aan de Zee op. In de Schager Courant lezen we die voor het eerst in 1939, wat niet wil zeggen dat hij voordien niet bestond. Plaatsgenoot Willem Wardenaar woonde er als peuter omstreeks 1933. Ook hij spreekt van 't Hutje aan de Zee, de naam Het Schager Wapen zegt hem niets. 'Het stond ten zuidoosten van de Nesbrug. Mijn moeder deed doorgaans de bediening. Vader Piet zocht voer voor zijn zes kinderen, met alle mogelijke werkzaamheden. Hij had zijn melkhandel in Barsingerhorn moeten sluiten vanwege de crisis. Het toen leegstaande café werd zolang onze woning. Veel leverde het niet op, alleen op de Schager marktdag trok het wat volk. Ik herinner me een groen plafond en een biljart. En we hadden een kostganger, Jacob Schagen. Die woonde in een woonschuit in de vaart achter ons huis.'
Tot wanneer het café er heeft gestaan weet Wardenaar niet. 'Maar dat weet mevrouw Stam wel'. Mevrouw Jopie Stam-Stroet woont sinds 1957 op Nes 58, schuin tegenover de plek waar 't Hutje heeft gestaan. Zij weet inderdaad nog dat het is gesloopt in de winter van 1959/1960. De familie Mosk woonde er als laatste; het café werd al niet meer gebruikt. Met de sloop werd Het Schager Wapen, bijgenaamd 't Hutje aan de Zee, gebouwd door Meijert Grootes tussen 1873 en 1880, de geschiedenis in geblazen. Gelukkig hebben we de foto nog.
Nessemer Boerencabaret
Om mee te eindigen: Hutje aan de Zee is een zonderlinge bijnaam voor een café zo ver landinwaarts. Laten we een gokje wagen. In 1856 schreef de Amerikaanse componist, pianist en zanger John Rogers Thomas het lied The Cottage by the Sea. Het werd in het Nederlands vertaald tot Het Hutje aan de Zee en is tot ver in de 20e eeuw een populair nummer gebleven. De Zangeres zonder Naam had het nog op haar repertoire. Al in 1887, lezen we in de Schager Courant, werd het door plaatselijke coryfeeën ten gehore gebracht in Kolhorn. Het zal beslist ook in de Schager muziekzalen geklonken hebben, mogelijk in het cabaret van de legendarische Jan Buisman, die vanaf 1927 furore maakte met zijn Eerste Schager Revuegezelschap en na de oorlog met het Nessemer Boerencabaret. Nessemer? Ja, laat nu juist hij van 1942 tot 1950 met zijn gezin in Het Schager Wapen hebben gewoond. Dochter Nellie werd er geboren. Vader Jan verdiende de kost op de planken, moeder Maartje hield het café open, al was de klandizie gering. Het is een amusante gedachte dat 't Hutje aan de Zee aan het cabaret van Jan Buisman zijn bijnaam dankte, of het nu waar is of niet.
Met dank aan Erik Visser, Willem Wardenaar, Jopie Stam-Stroet en Jan Buisman jr.
Bronnen
BRONNEN: