Artikel
De Minister van Financiën Alexander Gogel (Vught, 1765 – Overveen, 1821) speelde in de politieke ontwikkelingen in de Franse Tijd (1795 – 1813) een grote rol. Wat daar allemaal bij kwam kijken, blijve hier in het midden. Een van zijn taken, waarmee hij werd belast door Koning Lodewijk Napoleon, was het aanleggen van een nationale kunstverzameling. Daaruit is later het Rijksmuseum ontstaan. Verreweg het belangrijkste werk verrichtte hij als Minister van Financiën. Hij was een fervent tegenstander van de provinciale belastingen, de nog steeds geheven tolgelden en de bestaande monopolies zoals die van het gildestelsel. Al deze zaken verhinderden een gecentraliseerd bestuur, waarvan hij nu juist, als gematigd republikein, een fervent voorstander was. Hij was Minister van Financiën in de periodes 1798-1801, 1805-1809 en 1810-1813. Verder was hij ook waarnemend Minister van Binnenlandse Zaken en een korte periode Minister van Buitenlandse Zaken. Toen de Oranjes terugkeerden, vluchtte hij in 1813 naar Parijs, maar keerde met toestemming van de Franse regering naar Nederland terug in 1814. Hij weigerde toen de hem aangeboden publieke functie onder koning Willem I. Desondanks bleef hij op de achtergrond een belangrijk adviseur op de hem vertrouwde terreinen van overheidsfinanciën en belastingen. Op zijn aandringen is er een begin gemaakt met de invoering van het kadaster, in zijn ogen de enige manier om te komen tot een rechtvaardige landelijke belastingheffing.
In Schagen zijn die voorbereidingen getroffen door de secretaris van de polder Schagen, die tevens secretaris was van de stad Schagen, Pieter Leek. Hij werd op 24 augustus 1765 in Krommenie geboren. Zijn ouders waren Mr. Willem Leek en Antje Hartman. Pieter Leek trouwde met Trijntje Bommel op Texel; ze gaan op 23 mei 1794 daar in ondertrouw: Trijntje Bommel, jongedogter tot Oude Schild met Pieter Leek, jongeman, tot Valkkoog (bron: gaardersarchief Den Burg, Texel), gehuwd in Oude Schild op de vierde zondag na 23 mei (bron: Trouwen Oude Schild). Hun zoon Willem wordt vrij spoedig daarna in Valkkoog geboren op 30 augustus 1794 in Valkkoog. Niet veel later zal Pieter Leek benoemd zijn tot secretaris van de polder en de stad Schagen.
In de periode tussen 1813 - het einde van de Franse overheersing en het begin van het Koninkrijk der Nederlanden - en 1819 moet hij het gehele grondgebied van Schagen nauwkeurig in kaart hebben gebracht, daarbij precies de grenzen van elk poldertje en daarin van elke perceel hebben aangegeven, voorzien van de oude oppervlaktematen en de nieuwe. De prachtige, gekleurde kaarten die zo ontstonden (formaat 120 bij 60 cm), zijn verkleind te vinden in 'De Veldnamen van Schagen', samengesteld door Karel Numan en uitgegeven door boekhandel Plukker.
Deze kaarten, pre-kadastrale kaarten, zijn de basis geweest voor de definitieve kadasterkaarten, die in gebruik kwamen in 1832, voorzien van de zogeheten Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels (OAT), waarin van ieder perceel wordt vermeld hoe groot is, van wie het is, waarvoor het wordt gebruikt, of het gaat om een bebouwd of onbebouwd perceel en tot welke klasse het gerekend wordt. Daarna en op grond daarvan kon worden bepaald hoeveel iemand moest opbrengen aan belasting.
Vanaf dat moment kon er voor het gehele land op een rechtvaardige manier voor alle inwoners belasting worden geheven, die rechtstreeks in de schatkist van de staat terecht kwam, zonder tussenkomst van een lagere overheid. Deze kadastrale grondslag bestaat tot de dag van heden.