Artikel
De eerste spoorlijn in ons land was die tussen Amsterdam en Haarlem in 1839. Die werd doorgetrokken, via Leiden en Den Haag, naar Rotterdam (klaar in 1847). De lijn Amsterdam-Utrecht-Arnhem was in 1845 in gebruik genomen. Alle waren particuliere initiatieven. De rijksoverheid vond aanvankelijk dat Nederland, met zijn zeer goede waterwegennet, geen spoorwegen nodig had. Maar in 1860 kwam er een wet die de staat het aanleggen van spoorwegen opdroeg.
Den Helder was door de aanleg van het Noord-Hollands kanaal in 1824 de voornaamste aanvoerhaven van Amsterdam geworden. Omdat het kanaal niet berekend was op de steeds groter wordende stoomschepen, moest er een spoorverbinding Den Helder-Amsterdam komen. Aanvankelijk zou deze langs de duinen worden gelegd, maar Schagen, Zijpe en Anna Paulowna maakten bezwaar. Men kon de marktplaats Schagen en de belangrijke agrarische gebieden eromheen toch niet links laten liggen! De bezwaarmakers kregen hun zin. De onteigeningen en aanbestedingen van 'Staatslijn K' werden in 1862 ter hand genomen en zouden met de aanleg erbij bijna vier jaar in beslag nemen. Nogmaals maakte Schagen bezwaar toen het in de plannen werd afgescheept met een station 5e klasse. Er kwam bijval van Gedeputeerde Staten, die onderschreven dat Schagen een centrale handelsplaats was, met verkeer 'oneindig veel drukker dan in eenig dorp benoorden Alkmaar'. Maar de Staatsspoorwegen waren niet te vermurwen. Ook de Schager gemeenteraad was er kennelijk niet ten volle van overtuigd dat het spoorstation veel reizigers zou trekken. Een voorstel van de burgemeester om door het grasland tussen de Laan en het stationsgebouw een straat aan te leggen werd door de raad verworpen omdat 'het daarstellen van een straatweg door het land vooralsnog onnodig was'.
Op 18 december 1865 werd de spoorweg Nieuwediep-Alkmaar feestelijk geopend. De Schager Courant riep op tot enthousiasme: 'Wij wenschen dat onze plaatsgenooten zoo door het uitsteken van vlaggen als andersints hunne belangstelling in deze, zullen doen blijken'. Tussen Den Helder en Alkmaar waren haltes in Koegras, Anna Paulowna, Schagen, Noord-Scharwoude, Heerhugowaard en Sint Pancras. Later kwamen daar nog tussenstops bij in Oudesluis, Breezand, Schagerwaard en Zijdewind. Alle haltes die we nu niet meer kennen werden gesloten tussen 1930 en 1950.
Als voorspeld had Den Haag zich inderdaad vergist in de toeloop op station Schagen. Al in 1866 werd een lage aanbouw toegevoegd, in 1907 gevolgd door een lange vleugel aan de noordzijde.
In 1928 werd daar een grote goederenloods met laadplatforms tegenaan gebouwd, vanwaar de transportwagens van Van Gend en Loos de treinvracht overnamen en distribueerden. In 1967 werd het klassieke stationsgebouw van Schagen, met zijn nostalgische sfeer, restauratielokaal en overdekte fietsenstalling, tot veler verdriet en ergernis door de Nederlandse Spoorwegen vervangen met wat al snel bekend kwam te staan als 'de glazen schoenendoos'.
Bronnen
BRONNEN:
- website Stationsweb
- Schager Courant