Artikel
Naamgeving
De Verenigde Oost-Indische Compagnie heeft gedurende haar bestaan een groot aantal schepen laten bouwen, gekocht, gehuurd of verhuurd.
Al die schepen kregen een naam. De VOC-kamers van Hoorn, Enkhuizen en ook Amsterdam gaven hun schepen graag de naam van een plaats in West-Friesland. Zowel steden als dorpen kwamen aan bod. Denk bij de dorpen aan Abbekerk, Spanbroek, Binnenwijzend, Zijpe, Westwoud, enzovoort, en bij de steden aan Alkmaar, Hoorn, Medemblik en Enkhuizen. Ook Schagen werd niet vergeten. Zo komen we een drietal schepen tegen die bij de doop de naam van ons stadje Schagen kregen.
De uitgebreide VOC-archieven vermelden van deze schepen ook de reizen die ze maakten en de naam van de schipper die het bevel voerde.
Lijst met namen van VOC-schepen
Fluitschip Schagen (1)
Model van een fluitschip - Afbeelding, Stichting Behoud van 't Oud
Gebouwd in Amsterdam in 1633
Gebruik: VOC, kamer van Amsterdam, afgelegd in Batavia in 1644.
Laadvermogen: 100 last (200 ton)
Bemanning: 55 koppen
Het fluitschip ontstond in 1595 naar een idee van de Hoornse koopman Pieter Jansz. Liorne. Vanwege de tol die voor de doorvaart van de Sont geheven werd verzon hij een ontwerp dat de tolheffing verlaagde. De tol werd namelijk berekend volgens een formule gebaseerd op de breedte van het dek. Daarom werden de fluiten van de 17e eeuw gebouwd met sterk ingehaalde boorden. Op de schepen die naar de Oost voeren was dat echter een groot nadeel, want op die route droogden de zijkanten zodanig uit dat het breeuwwerk eruit viel en de hitte binnen het schip ondraaglijk werd. In 1669 werd er echter een nieuwe berekening geïntroduceerd. Vanaf toen werden de dekken van de fluiten breder.
Fluitschepen hadden woon- en slaapvertrekken die gedeeld werden door de gehele bemanning. De fluit had drie masten. De grote mast en de fokkemast hadden elk twee razeilen, beide trapeziumvormig en vrijwel gelijk in grootte. De beide masten waren hoger dan gebruikelijk waardoor er een aanzienlijk zeiloppervlak werd gevoerd. De bezaansmast had een langsscheeps latijn zeil, de boegspriet een blindzeil. Een galjoen ontbrak bij de op het Noorden varende fluiten. Om hout te kunnen laden hadden die achter een gat, de houtpoort. De fluitschepen die voor de zuidelijke routes werden gebouwd, kregen meestal wel een galjoen (zie afbeelding) en ook meer sierwerk. NB: een galjoen is een voor de boeg uitstekende uitbouw.
Het smalle dek met korte loopafstanden, het eenvoudige zeilplan en een praktische opzet van staand en lopend tuig maakten de fluit een zeer goed, met kleine bemanning te varen schip.
De bewapening van de fluit was vooral defensief opgezet. Het schip had doorgaans slechts enkele stukken geschut, gewoonlijk op het overloopdek. De achtersteven bood door vorm en indeling weinig mogelijkheden voor het opstellen van zwaardere stukken. Vanwege de lading was het schip een potentieel doelwit. De sterk inspringende boorden van het schip bemoeilijkte pogingen tot enteren. Mocht dat toch lukken, dan kon de bemanning zich terugtrekken in kampanje en bakverblijf. Alle luiken en deuren waren met ijzeren banden verstevigd en konden van binnen worden afgesloten. Schietgaten, kruiselings aangebracht in kampanje en bak, maakten het de bemanning mogelijk zich met musketten tegen vijanden op het smalle dek te verweren.
De fluit werd gedurende de gehele bestaansperiode van de VOC intensief ingezet, voor de reizen tussen Nederland en Oost-Indië en voor de verbinding tussen de handelsposten in de Oost. Gedurende ruim twee eeuwen werd dit type gebouwd, zonder dat principiële verbeteringen nodig bleken. De belangrijkste wijzigingen in de loop van de tijd waren de invoering van een kruiszeil, bramzeilen en stagzeilen, om de snelheid op verre tochten op te voeren.
Geschiedenis
In december 1632 werd door de Heren XVII besloten dat de retourschepen Nassau en Wezel van maart 1633 begeleid moesten worden door drie fluitschepen die voor de proviandering tijdens de reis moesten zorgen. Kennelijk was het moeilijk geschikte schepen te vinden, want uiteindelijk ging alleen de Schagen mee. De Schagen bleef na haar eerste uitreis in de Indische wateren dienstdoen.
Reisgegevens
vertrek op van naar aankomst op schipper
23/03/1633 Texel Batavia 11/09/1633 Jacob Fransz. Brant
10/01/1634 Coromandel Batavia 08/02/1634 Jacob Fransz. Brant
28/06/1634 Batavia Hirado (Japan) 03/10/1634 Sac. Fransz Brant
Via Pehou; aankomst 07/08/1634 en Taiwan; aankomst 21/08/1634, vertrek 25/08/1634
03/12/1634 Hirado (Japan) Batavia 01/01/1635 Sac. Fransz. Brant
Via Pehou; aankomst 20/06/1636 en Taiwan; aankomst 25/06/1636, vertrek 15/08/1636
02/11/1636 Hirado (Japan) Batavia 12/12/1636 Theunis Jansen
Via Taiwan; aankomst 10/11/1636, vertrek 26/11/1636
Spiegelretourschip Schagen (2)
Replica van een Spiegelretourschip (Batavia) - Afbeelding, Batavialand
De Schagen (2) werd gebouwd in 1753 in Hoorn
Vanaf 1753 in gebruik bij de VOC-kamer van Hoorn, afgelegd op 31 december 1775 in Indië.
Lengte 140 voet
Laadvermogen 440 last (880 ton)
Bemanning 237 – 298 koppen
Het retourschip of spiegelretourschip is het belangrijkste scheepstype. Qua uiterlijk verschilden de spiegelretourschepen niet veel van de oorlogsschepen van de Republiek. Zij waren over het algemeen bewapend met hetzelfde type kanon, maar dan minder in aantal. In tijden van nood konden deze schepen dan ook worden afgestaan aan de Admiraliteiten, zoals tijdens de Engelse oorlogen.
De grootste schepen van de Compagnie waren voorzien van een zonnedek voor de kampanje en een luchtververser op het halfdek. Voor schepen die de tropen bevoeren beslist geen overbodige luxe.
De spiegelretourschepen hadden een grote laadcapaciteit en konden geschikt gemaakt worden om passagiers te vervoeren.
Het waren driemasters, waarvan de fokke- en grote mast onder-, mars- en bramzeilen voerden; de bezaansmast was getuigd met een kruiszeil en een langsscheeps latijnzeil. Aan de boegspriet werd een blindzeil gevoerd. Kenmerkend voor deze schepen is het galjoen, dat in de loop van de 17e eeuw van 1/5 scheepslengte werd teruggebracht tot 1/8 en minder. Vanuit het galjoen werden de zeilen van de boegspriet bediend. NB: een galjoen is een voor de boeg uitstekende uitbouw.
De retourschepen werden door het dagelijks bestuur van de VOC in 1614 verdeeld in drie klassen. De grootste had een lengte van 150 voet (42,45 meter), daarna kwam die van 138 voet (39,05 meter) en het kleinste was 130 voet (36,80 meter). In 1626 werd overeenstemming bereikt over een grotere lengte van 160 voet (45,28 meter). De VOC-kamer van Zeeland mocht bij uitzondering tot 170 voet (48,11 meter) bouwen.
Geschiedenis
De Schagen (2) maakte in 1763 deel uit van een extra equipage van zeven schepen (Giesenburg, Lekkerland, Duinenburg, Huis ten Donk, Gouverneur-Generaal, Schagen en Stralen), naast de eerder vastgestelde equipage van 26 schepen, waarvan er vijf bestemd waren voor Ceylon. Deze schepen moesten zoveel mogelijk soldaten meenemen vanwege de oorlog met de Koning van Kandy.
Reisgegevens
vertrek op van naar aankomst op schipper
18/08/1754 Texel Batavia 28/02/1755 Jacob Leertouwer
via Kaap de Goede Hoop; aankomst 03/12/1754, vertrek 20/12/1754
19/01/1757 Batavia Texel 20/07/1757 Klaas Ariensz.
via Kaap de Goede Hoop; aankomst 11/04/1757, vertrek 26/04/1757. NB: aan de Kaap bestond de bemanning uit 109 koppen.
07/10/1758 Texel Batavia 17/06/1759 Klaas Ariensz.
via Kaap de Goede Hoop; aankomst 29/01/1759, vertrek 02/03/1759
01/11/1759 Batavia Texel 12/06/1760 Klaas Ariensz.
via Kaap de Goede Hoop; aankomst 12/01/1760, vertrek 19/02/1760
19/04/1761 Texel Batavia 24/09/1761 Klaas Ariensz. NB: Kaap de Goede Hoop is niet aangedaan
02/11/1761 Batavia Texel 02/06/1762 Klaas Ariensz.
via Kaap de Goede Hoop; aankomst 07/01/1762, vertrek 01/02/1762
01/09/1763 Texel Batavia 22/09/1764 Klaas Ariensz.
via Kaap de Goede Hoop; aankomst 30/12/1763, vertrek 23/01/1764
17/01/1766 Bengalen Texel 04/08/1766 Klaas Ariensz.
via Kaap de Goede Hoop; aankomst 19/04/1766, vertrek 04/05/1766
21/09/1767 Texel Batavia 06/05/1768 Laurens Sprengler
via Kaap de Goede Hoop; aankomst 25/12/1767, vertrek 27/01/1768
02/11/1769 Batavia Texel 09/05/1770 Frederik Wielard
via Kaap de Goede Hoop; aankomst 15/01/1770, vertrek 04/02/1770
25/06/1771 Texel Batavia 16/05/1772 Leendert van Koopstad
via Kaap de Goede Hoop; aankomst 16/11/1771, vertrek 30/01/1772
Spiegelretourschip Schagen (3)
Replica van een Spiegelretourschip (Amsterdam) - Afbeelding, Stadsherstel Amsterdam
De Schagen (3) werd gebouwd in Hoorn in 1785
Vanaf 1789 in gebruik bij de VOC-kamers van Hoorn en Enkhuizen
Vermoedelijk verkocht in 1791 in Batavia. Het schip heeft derhalve maar een korte tijd gevaren.
Lengte 140 voet
Laadvermogen 440 last (880 ton)
Geschiedenis
De Schagen (3) is alleen gebruikt voor vrachtvervoer tussen Hoorn/Enkhuizen en Batavia
Reisgegevens
Vertrek op Van Naar Aankomst op Schipper
03/03/1789 Texel Batavia 03/08/1789 Pieter Stokbroo
Via Kaap de Goede Hoop, aankomst 27/05/1789, vertrek 10/06/1789
17/01/1790 Kanton Texel 03/08/1790 Pieter Stokbroo
Via Kaap de Goede Hoop; aankomst 21/04/1790, vertrek 04/05/1790
20/02/1791 Texel Batavia 12/09/1791 Justinus Philippus Man
Via Kaap de Goede Hoop, aankomst 29/05/1791, vertrek 24/06/1791
Bronnen
Stichting Behoud van ’t Oud
Wikipedia
De VOC-site
Afbeelding fluitschip - Stichting Behoud van 't Oud
Afbeelding Batavia - Website Batavialand
Afbeelding Amsterdam - Stadsherstel Amsterdam