Artikel
Albrecht I van Beieren van Schagen, tweede heer (1473–1480)
Heer Albrecht was een moeilijk mens. Hij kwam voortdurend in conflict met zijn familie en de burgers van Schagen. Hij zette het recht naar eigen hand en trok zich niets aan van vonnissen. In1469 werd hij veroordeeld tot een flinke geldboete en moest hij blootshoofds voor het Hof van Holland verschijnen om vergiffenis te vragen. Ook moest hij een verplichte bedevaart naar Rome maken. Een zware vernedering voor een edelman. Ondanks alle vermaningen ging hij voort met zijn wangedrag en het maken van schulden. Met bedreigingen dreef hij de spot. In1477was de maat vol. De stadhouder van Holland, Philip van Wassenaar, oordeelde het nodig hem tot de orde te roepen. Hij trok met een aantal gewapende edelen, burgers en krijgslieden naar Schagen. Het slot werd belegerd. Albrecht gaf zich over en werd eerst te ’s-Gravenhage en later te Medemblik, in kasteel Radboud, in gijzeling gehouden. Hij bleef in Radboud tot zijn dood in1480.
Josina van Beieren van Schagen, derde vrouwe (1480 – 1535)
Josina was de enige dochter van Albrecht I en volgde hem op als vrouwe van Schagen. Bij haar aantreden was zij minderjarig. Haar oom Jan van Beieren, een jongere broer van haar vader, trad op als voogd. Josina trouwde met Wouter van Egmond en na diens dood met Joost van Borsselen. Beide huwelijken bleven kinderloos.
In 1517 werd Schagen geplunderd door de Gelderse Friezen, ook wel Zwarte Hoop genoemd. Het slot en zijn bezetting beleken niet bestand tegen deze overmacht. In 1524 werd Willem Wiggerszoon van Barsingerhorn om zijn gehechtheid aan de doopsgezinde leer, in de voorhof van het kasteel onthoofd. Na meer dan 50 jaar vrouwe van Schagen te zijn geweest droeg Josina haar rechten over aan Jan van Beieren, de zoon van haar oom Jan, die eens haar voogd was.
Jan II van Beieren van Schagen, vierde heer (1535 - 1542)
Jan II van Beieren was diverse keren burgemeester van Haarlem, hoogheemraad van Rijnland en bovendien heer van Burghorn. Hierdoor kwamen Schagen en Burghorn na 110 jaar weer onder één heer. Het bezit van Jan werd betwist door zijn nicht Johanna, dochter van een oudere broer. Gevolg een langdurig proces voor het Hof van Holland. Dit werd na zijn dood door een uitspraak van de Hoge Raad van Mechelen beslist. Jan overleed in 1542, hij was toen negentig jaar.
Willem II van Beieren van Schagen, vijfde heer (1542 – 1548)
Jans oudste zoon Willem volgde zijn vader op. Hij trouwde met Elisabeth van Bronckhorst. Op 21 december 1548 stierf hij. Zijn vrouw en kleine kinderen bleven berooid achter. Die slechte financiële positie was al ontstaan tijdens het leven van Jan. De familie regelde deze kwestie in der minne. Getuige een later vonnis van het Hof van Holland toch niet geheel “in der minne”. In 1571 besliste het Hof dat een legaat uitbetaald moest worden en dat een beslag gelegd op enige onroerende goederen niet geldig was.
Jan III van Beieren van Schagen, zesde heer (1548 – 1618)
Jan was 4 jaar toen zijn vader stierf. Zijn moeder, bijgestaan door haar vader Joost van Bronckhorst, trad op als plaatsvervanger. In 1572 werd Jan ook heer van Oud en Nieuw Goudriaan. Jan trouwde met Anna van Assendelft (afbeelding).
In 1603 werd de eerste paardenmarkt gehouden.
In 1605 ging de Schuttersdoelen te niet wegens liederlijk gedrag van de schutters.
De broers Tate en Huibert Philipsz. krijgen in 1617 octrooi op de mes en ploeg houtverbinding.
In 1618 wordt een begin gemaakt met de verfraaiing van de kerk.
Jan bleef in de tijd van de reformatie Rooms Katholiek en koos de zijde van de koning van Spanje. Hij bevond zich op een der Spaanse schepen van Bossu die werd verslagen op de Zuiderzee. Jan werd gevangen gezet en zijn goederen werden in beslag genomen.
Diederik van Sonoy verhuisde zijn Bloedraad van Alkmaar naar het kasteel van Schagen.
In 1557 werden enige roomsgezinden van landverraad beschuldigd en op het slot gepijnigd. Eén hunner, Koppen Cornelisz. bezweek onder de folteringen. Zijn zoon Nanning Koppensz. werd tot bekentenis gedwongen en te Hoorn op het schavot onthoofd.
In 1574 werd op bevel van Sonoy een zekere kapitein, Michiel Crok, onthoofd wegens vele wreedheden door hem en zijn manschappen, in het Noorderkwartier bedreven.
Over Michiel Crock
Michiel Crock was naar alle waarschijnlijkheid een Luikenaar of Waal. Wellicht wel afkomstig uit het adellijk geslacht du Crocq. Hij staat in de geschiedenis bekend om zijn gruweldaden tegen de katholieke geestelijkheid en als een niemand ontziende plunderaar. Met Lumey was hij bij de belegering van den Briel. Hij klom op tot kapitein. Maar er rees twijfel aan zijn moed en beleid. Gedurende de korte belegering van Amsterdam onder leiding van de Graaf van der Mark toonde hij met zijn lafhartig gedrag dat hij voor de echte krijg ongeschikt was. Toch ging hij onverstoorbaar door met zijn gruweldaden. Toen dat zijn opperbevelhebber in Noord-Holland, Sonoy, ter ore kwam, dreigde hij hem te straffen. Crock kwam er met een belofte van beterschap af, maar verviel al weer snel in zijn oude gedrag. Zelfs zodanig dat zijn luitenant en soldaten weigerden hem nog langer te dienen.
Toen hij in de Langedijk in een dronken bui een priester neus en oren afsneed, hem aan de staart van een paard liet voortslepen en tenslotte doorstak, was voor Sonoy de maat vol. Crock werd ter dood veroordeeld. Sonoy sprak het vonnis uit ten overstaan van Crocks mannen. Crock werd in het kasteel in Schagen gevangen gezet en op 11 februari 1574 onthoofd.
Bronnen
Reacties
Op zoek naar gegeven over Jan I van Schagen, die in 1481 definitief heer van Burghorn werd, stuitte ik op het gegeven dat hij ook burgemeester van Haarlem is geweest en hoogheemraad van Rijnland.
In het artikel "Heren en Vrouwen van Schagen 2" staat over dat onderwerp iets onder Jan II van Schagen, maar die was pas heer van Burghorn na 1535, terwijl in de lijst van burgemeesters van Haarlem Jan van Schagen wordt vermeld als burgemeester (1e keer) tussen 1527 en 1531, vervolgens in de periode 1534-1536 en ten slotte (3e keer) in de periode 1538-1540.
Het vermoeden bekruipt me dat niet Jan II de burgemeester van Haarlem was, maar zijn vader Jan I.
Het is uiteraard helemaal niet onmogelijk dat de zoon al burgemeester van Haarlem en hoogheemraad van Rijnland was terwijl zijn vader nog heer van Burghorn was.
Ik kan er naast zitten, maar het is zeker de moeite waard een en ander eens uit te zoeken.
Karel Numan (